Ga naar hoofdinhoud

Omgekeerd inzamelen met Enevo Vulgraadmeting

Maarten de Jongh: ‘omgekeerd inzamelen vraagt om dynamische routeplanning’

Een toename van het aantal containers in de gemeente Amsterdam voor de inzameling van plastic, metaal en karton (PMD). Die tendens signaleert Maarten de Jongh van Enevo. ‘Omgekeerd inzamelen wint duidelijk aan terrein’, ziet hij ook in andere gemeenten. ‘Ze willen burgers stimuleren aan de bron te scheiden om zo grondstoffen terug te winnen. Bovendien bespaart het scheidingskosten achteraf. Ook kiezen steeds meer gemeenten voor inzameling in depotcontainers. Zowel ondergronds als bovengronds. Logisch’, vindt hij. ‘Afval kan efficiënter worden ingezameld. Al heeft deze ontwikkeling wel gevolgen voor routeplanning en afvalinzameling.’

Expertsessie over dynamische routeplanning
Maarten de Jongh van Enevo is een van de sprekers tijdens de expertsessie over omgekeerd inzamelen en dynamische routeplanning die PieterBas Automatisering op 30 juni as. in Houten organiseert.

Afval brengen is het nieuwe inzamelen
Afval brengen is het nieuwe inzamelen, ziet De Jongh in de praktijk. ‘In Amsterdam is bijvoorbeeld het aantal ingezamelde kilo’s aan PMD substantieel gestegen’, komt hij terug op het eerdergenoemde voorbeeld. Hij verwacht die toename ook voor omgekeerd inzamelen in depotcontainers; zowel onder- als bovengronds. ‘Vanwege de kosten waren gemeenten daar nogal nogal huiverig voor. Nu de richtlijnen definitief zijn, heb ik de indruk dat gemeenten eerder de beslissing nemen om in depotcontainers te investeren. In Amsterdam hebben we een kleine 250 objecten uitgerust met sensoren die de vulgraad meten op basis waarvan de routeplanning voor de inzameling van PMD wordt gegenereerd. In Den Haag zijn dat meer dan 800 sensoren voor gewone en depotcontainers voor papier, plastic en twee kleuren glas.’ Die groei van het omgekeerde inzamelen heeft volgens De Jongh tot gevolg dat – gemeentelijke – inzamelaars hun systeem voor routeplanning en inzameling moeten aanpassen. ‘De routeplanning en inzameling moet zijn afgestemd op de vulgraad van containers.’

Gevolgen voor routeplanning en inzameling
De Jongh doelt met zijn opmerking op dynamische route-inzameling. ‘Daarbij is de inzamelroute dagelijks anders gebaseerd op de geregistreerde volmeldingen. Sensoren in containers meten een serie aan parameters waarna het systeem elke dag een optimale route genereert. Per sensor worden gedurende 24 uur berekeningen gemaakt om een optimale route te berekenen waarbij het minst aantal kilometers wordt gereden met de laagste CO2-uitstoot en het meest economische inzamelmodel. En daarmee kan aanzienlijk op kosten worden bespaard’, weet hij. ‘Het efficiëntievoordeel is het grootst bij een geïntegreerd systeem, zo’n 25 procent. Sensoren meten de vulgraad en op basis van de gemonitorde vulgraad wordt de route van die dag bepaald. De afvalinzameling in een gemeente waar we een proef deden, kon daarna terug van vier naar twee wagens.’

Back To Top